Volstaat het EPC Bouw bij nieuwbouw van niet-residentiële gebouwen?

Bij nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties stelt de EPB-verslaggever een EPC Bouw op na de EPB-aangifte. Dit certificaat toont aan of de eenheid voldoet aan de EPB-eisen, vermeldt het definitieve E-peil en bij woongebouwen ook een energielabel.

Voor niet-residentiële eenheden is het energielabel bij oplevering echter ‘onbepaald’, omdat dit gebaseerd wordt op reële meetgegevens die pas na ingebruikname beschikbaar zijn.

Concreet wil dit zeggen dat bij de nieuwbouw van niet-residentiële eenheden, zoals kantoren of scholen, een EPC niet-residentieel nodig is boven op het EPC bouw om aan te tonen dat het gebouw voldoet aan de minimale energie-eisen. 

Waarom wordt het EPC niet-residentieel wel op basis van reële meetgegevens opgesteld en het EPC residentieel niet?

Vanwege de grote verschillen tussen residentiële en niet-residentiële gebouwen moet de aanpak van het EPC hierop worden afgestemd. Bij niet-residentiële gebouwen zien we bijvoorbeeld:

1. Meer professionalisering: niet-residentiële gebouwen vereisen meer kennis, zoals het gebruik van (sub)energiemeters en het opvolgen van het energieverbruik.
2. Minimale eisen op binnenklimaat: het Koninklijk Besluit rond Arbeidsplaatsen legt minimale eisen op aan het binnenklimaat voor de werknemers. Zo is er geen risico op energiebesparing via het inboeten op basiscomfort.
3. Meer oplossingen op maat: niet-residentiële gebouwen bevatten meer installaties op maat, waardoor het moeilijker in een theoretisch werkbare berekeningsmethode te gieten is.
4. Weinig tot geen lokale bijverwarming op hout, pellets, olie of kolen: Bij niet-residentiële gebouwen zijn traditionele energiebronnen zelden in gebruik, waardoor monitoring hiervan niet nodig is.

Ben jij eigenaar van een niet-residentieel gebouw, zoals een kantoor of een school, en wens je meer informatie te ontvangen over het EPC niet-residentieel? Aarzel dan niet om contact met ons op te nemen via onderstaande knop.