Binnen de EPB-wetgeving m.b.t. de maximale toelaatbare U-waarde wordt er een onderscheid gemaakt tussen lichtkoepels bestaande uit en kunststof koepel met of zonder glaslaag. Een lichtkoepel kan eveneens bestaan uit een combinatie van beide.
Indien de lichtkoepel een glaslaag bevat zal de koepel mee opgenomen worden in de oppervlakte gewogen Uw-waarde (W/m²K) van alle vensters. De U-max waarde van alle vensters mag niet hoger zijn dan 1,50 W/m²K. Als de koepel enkel uit een kunststoflaag (polycarbonaat of acrylaat) bestaat, versoepelt de wetgeving de U-max waarde naar 2,00 W/m²K. Er is dan ook geen sprake meer van een Uw-waarde zoals bij glas (zie https://www.xenadvies.be/waarde-betekent-epb/) maar wel een Ut-waarde.
Sinds 2016 is er een nieuwe norm (EN 1873:2014+A1:2016) voor het bepalen van de U-waarde van lichtkoepels. De U-waarde wordt nu berekend op basis van de oppervlakten langs de buitenkant i.p.v. de oppervlakte aan de binnenzijde. Ook de opstanden worden hierbij in rekening gebracht. Dit heet dan de Urc-waarde, deze waarde is het resultaat van de vermenigvuldiging van de Ut met de verhouding van de oppervlakte van de koepel (Arc) en de opening van het dak (Ap).
Gepubliceerd door Xenadvies - Kantoor Kempen