Een woning of gebouw komt vaak meerdere keren in handen van verschillende eigenaars en wordt in de loop van zijn levensduur meermaals verbouwd of gerenoveerd. Om bij al die werken de veiligheid en gezondheid van toekomstige aannemers en bewoners te garanderen, bestaat het postinterventiedossier (PID). Maar wat is een postinterventiedossier en wie is er nu precies verantwoordelijk voor het opmaken van dit dossier?
Wat is een postinterventiedossier (PID)?
Het postinterventiedossier is een soort gebruiksaanwijzing voor een gebouw. Het bevat alle nuttige informatie over de structuur, gebruikte materialen, technische installaties en eventuele risico’s. Denk daarbij aan:
- Plannen en tekeningen van de woning en installaties (cv, elektriciteit, sanitair, ventilatie …)
- Aanduidingen van ingewerkte leidingen en verborgen gevaren
- Een lastenboek met gebruikte materialen
- Instructies voor onderhoud, herstelling en verbouwing
- Facturen en garantiebewijzen
- Contactgegevens van architect, veiligheidscoördinator en aannemers
Het PID is verplicht bij alle gebouwen waarvan de bouw na 1 mei 2001 is gestart of waarbij werken zijn uitgevoerd sinds die datum door één of meerdere aannemers.
Wie maakt het PID op?
De verantwoordelijkheid voor het opmaken van het PID hangt af van de situatie:
- Bij werken met meerdere aannemers: de veiligheidscoördinator maakt en vervolledigt het PID.
- Bij werken met slechts één aannemer: de opdrachtgever zelf (of een door hem aangestelde derde) stelt een vereenvoudigd PID op.
Telkens wanneer er bijkomende werken of renovaties plaatsvinden, moet het dossier worden aangevuld met de nieuwe plannen, uitvoerders en gebruikte materialen. Zo blijft het dossier een correct overzicht van de actuele toestand van het gebouw.
Het PID in mede-eigendom
Bij gebouwen met meerdere wooneenheden kan het PID worden opgesplitst: één deel voor de gemeenschappelijke delen en aparte dossiers voor de individuele appartementen of woningen. Deze verplichting geldt voor PID’s die na 30 april 2006 zijn opgesteld.
Postinterventiedossier bij verkoop
Een PID hoort onlosmakelijk bij het gebouw en moet dus ook bij een verkoop worden overgedragen aan de nieuwe eigenaar. Dit gebeurt samen met andere verplichte documenten (zoals het EPC- of asbestattest) en wordt vastgelegd in de notariële akte.
- PID aanwezig: het dossier wordt gewoon mee overgedragen.
- PID ontbreekt, maar is verplicht: de verkoper moet op eigen kosten een veiligheidscoördinator of architect inschakelen om alsnog een PID op te stellen, uiterlijk tegen de akte.
- Gebouw volledig vóór 1 mei 2001 opgeleverd zonder latere werken: er is geen PID verplicht, maar de verkoper overhandigt wel alle beschikbare plannen en attesten.
Waarom is een PID belangrijk?
Met een volledig en correct postinterventiedossier kunnen eigenaars, huurders, architecten en aannemers bij toekomstige werken eenvoudig nagaan:
- hoe de structuur van het gebouw is opgebouwd,
- waar nutsleidingen en risico’s zich bevinden,
- welke materialen gebruikt zijn en
- hoe onderhoud of sloop veilig kan worden uitgevoerd.
Dit verhoogt niet alleen de veiligheid op de werf, maar voorkomt ook extra kosten en misverstanden bij toekomstige verbouwingen.
In het kort
Het postinterventiedossier is een onmisbaar document dat gedurende de volledige levensduur van een gebouw beschikbaar moet blijven. Meestal is de veiligheidscoördinator verantwoordelijk voor het opmaken en aanvullen, behalve bij werken met slechts één aannemer. Bij verkoop maakt het dossier onderdeel uit van de overdracht van de woning. Zo blijft alle cruciale informatie over de constructie en veiligheid bewaard op één centrale plaats.
Een offerte aanvragenVraag vandaag nog een offerte aan voor de beste deals en prijzen. Ontvang vrijblijvende offertes op maat voor jouw behoeften. Bespaar tijd en geld!
|