Ben je van plan een assistentiewoning te kopen, verkopen of verhuren? Dan komt vroeg of laat de vraag: moet ik hiervoor een EPC hebben? De regels rond energieprestatiecertificaten zijn niet altijd even duidelijk, zeker omdat assistentiewoningen vaak een bijzondere woonvorm zijn. In dit artikel leggen we helder uit wanneer een EPC verplicht is, wat het verschil is tussen autonome en niet-autonome wooneenheden, en waar je rekening mee moet houden bij gemeenschappelijke delen.
Wat is een assistentiewoning?
Een assistentiewoning is een aangepast, zelfstandig appartement voor ouderen (meestal 65+) die nog zelfstandig willen wonen, maar wel de zekerheid van ondersteuning en comfort willen. De woningen zijn veilig, rolstoelvriendelijk en voorzien van een oproepsysteem. Bewoners kunnen, indien nodig, een beroep doen op extra diensten zoals poetshulp, warme maaltijden of thuisverpleging, en er zijn gemeenschappelijke ruimtes voor sociaal contact.
Autonome versus niet-autonome wooneenheden
De verplichting voor een EPC hangt sterk af van het type wooneenheid, zo onderscheiden we 2 soorten van elkaar:
- Autonome wooneenheid : Dit is een woning die volledig op zichzelf kan functioneren, met eigen keuken, sanitair, woon- en slaapruimte. Een appartement, studio of assistentiewoning met eigen voorzieningen wordt als autonoom beschouwd.
👉 Voor elke autonome wooneenheid is een EPC verplicht bij verkoop of verhuur. - Niet-autonome wooneenheid : Dit zijn kamers die geen eigen keuken of sanitair hebben, maar gebruikmaken van gedeelde voorzieningen (bijvoorbeeld een studentenkamer met gemeenschappelijke keuken en badkamer).
👉 Voor niet-autonome wooneenheden geldt een aparte regeling: er wordt gewerkt met een EPC voor wooneenheden, waarin meerdere kamers samen beoordeeld worden.
Een assistentiewoning is in de meeste gevallen dus een autonome wooneenheid, waardoor een individueel EPC verplicht is.
Uitzonderingen
Er bestaan enkele specifieke uitzonderingen:
- Verhuur van een assistentiewoning (serviceflat) op dagprijs en zonder huurovereenkomst.
- Verhuur van een noodwoning op dagprijs en zonder huurovereenkomst.
In deze gevallen is een EPC niet verplicht, omdat er geen officiële huurovereenkomst is en de verhuur eerder tijdelijk of occasioneel van aard is.
Hoe zit het met gemeenschappelijke delen?
In gebouwen met meerdere assistentiewoningen zijn er vaak ook gemeenschappelijke delen (liften, gangen, ontmoetingsruimtes). Sinds 2024 is een EPC voor de gemeenschappelijke delen verplicht in alle appartementsgebouwen.
Dit betekent dat bij een project met assistentiewoningen vaak twee soorten EPC’s nodig zijn:
- Een individueel EPC per autonome assistentiewoning.
- Een EPC gemeenschappelijke delen voor de gemeenschappelijke gebouwdelen.
Geldigheidsduur van een EPC
Een EPC blijft 10 jaar geldig, tenzij er tussentijds ingrijpende energetische renovaties plaatsvinden. Na verbeteringen (zoals isolatie, hoogrendementsbeglazing of een nieuwe verwarmingsketel) kan het nuttig zijn om een nieuw EPC te laten opmaken.
Conclusie
Een assistentiewoning in Vlaanderen wordt doorgaans als een autonome wooneenheid beschouwd en heeft dus een EPC nodig bij verkoop of verhuur. Uitzonderingen bestaan voor tijdelijke verhuur op dagprijs zonder huurovereenkomst. Daarnaast kan er een EPC gemeenschappelijke delen vereist zijn voor het volledige gebouw.
Wil je zeker weten welke EPC-verplichting in jouw situatie geldt? Bij Xenadvies bekijken we jouw project grondig en zorgen we voor een correcte en snelle opmaak van de nodige certificaten.
Een offerte aanvragenVraag vandaag nog een offerte aan voor de beste deals en prijzen. Ontvang vrijblijvende offertes op maat voor jouw behoeften. Bespaar tijd en geld!
|