Wil men zo weinig mogelijk kostbare warmte laten verloren gaan, dan is het cruciaal om thermische lekken in een woning of gebouw op te sporen en te meten hoe goed deze scoort op vlak van luchtdoorlaatbaarheid. Een luchtdichtheidsmeting, blowerdoortest of pressurisatie is dan aangewezen. Om te begrijpen wat er precies gemeten wordt en hoe zo’n meting concreet in z’n werk gaat, zetten we in deze en de volgende blogpost één en ander op een rijtje.
Wat is een luchtdichtheidsmeting?
Met een luchtdichtheidsmeting gaan we de luchtdoorlaatbaarheid van een woning meten.. Dit gebeurt meestal met een blowerdoor, dit toestel bestaat uit een kader waarin een ventilator gemonteerd wordt. Deze “blowerdoor” wordt dan in een deur- of raamopening van de woning geplaatst.
Met behulp van deze ventilator wordt de woning vervolgens op onder- of overdruk gebracht en kan men door middel van druksensoren het luchtvolume meten dat door de ventilator stroomt. Hierdoor is de blowerdoor in vele landen een erkend toestel om, volgens de geldige norm NBN EN 13829, luchtdoorlaatbaarheidsmetingen van gebouwen of gebouwdelen uit te voeren.
Door het meten van de hoeveelheid lucht die continu moet worden afgezogen/ingeblazen om de gevraagde onderdruk/overdruk te behouden, kan men de relatie tussen het drukverschil en het luchtdebiet bepalen. Dit dient dan als berekeningsbasis voor het ventilatievoud n50, d.i. het aantal luchtwisselingen van het binnenvolume van de woning, per uur bij een verschildruk van 50Pa tussen binnen- en buitenomgeving. Aan de hand van het gemeten ventilatievoud kan men ook een beoordeling geven over de energiezuiningheid van de gemeten woning. Hoe meer luchtwissels per uur, hoe meer warme lucht er verloren gaat.
Luchtdichtheid en EPB regelgeving in het Vlaams gewest
De luchtdichtheid heeft niet enkel een belangrijke invloed op de thermische isolatie en het rendement van de verwarmingsinstallatie van gebouwen. Ook het energieverbruik (E-peil) wordt er in grote mate door bepaald. De Vlaamse Energieprestatieregelgeving brengt de luchtdichtheid in rekening door deventilatieverliezen als gevolg
van in- en exfiltratie in aanmerking te nemen. Deze verliezen kunnen uitgedrukt worden als een functie van het lekdebiet, per eenheid verliesoppervlakte, doorheen de buitenschil van het gebouwen, bij een drukverschil van 50 Pa tussen de binnen- en de buitenomgeving. Bij ontstentenis wordt deze waarde (in verhouding tot de totale gebouwoppervlakte) gelijkgesteld aan 12 m³/(h.m²), wat redelijk negatief is. In de praktijk is het echter mogelijk betere resultaten te bekomen, mits men voldoende aandacht schenkt aan de goede uitvoering van de bouwdetails.
Om deze betere luchtdichtheidsprestaties van het afgewerkte gebouw in beschouwing te mogen nemen, dient men een luchtdichtheidsproef te laten uitvoeren, overeenkomstig de methode A van de norm NBN EN 13829. Dit resulteert gemiddeld in een daling van het E-peil tot gemiddeld 8-11 of meer punten, afhankelijk van de uitvoeringskwaliteit en de ingevoerde parameters (beschermd volume, verliesoppervlakte,…). Hoe lager het E-peil, hoe meer subsidies, premies en fiscale voordelen kunnen verkregen worden. Zo is het mogelijk om een korting van 20% of meer te krijgen op het kadastraal inkomen van de woning, gedurende 10 jaar zodra de woning een E-peil scoort van 60 of lager.
Iedereen kan inschrijven op onze bescheiden nieuwsbrief via deze url: http://eepurl.com/DwHXj